Beschrijving
Woensdag 10 juli 2019
Ik voel hoe de haren op mijn armen overeind gaan staan en het bloed in een ijltempo naar mijn wangen stijgen.
Laat het alsjeblieft niet waar zijn.
Met knikkende knieën loop ik richting de deur met mijn blik op de stapel post gericht die op de deurmat ligt. Temidden van de stapel steekt een witte envelop uit met dezelfde vorm zoals ik deze eerder heb gekregen. Mijn handen trillen, en even, heel even, heb ik de ijdele hoop dat het gewone post is. Maar als ik de envelop omdraai en ik de zo herkenbare stijl van het gekozen lettertype zie, weet ik genoeg.
Het is nog steeds niet voorbij.
Tergend langzaam open ik de envelop en trek de brief eruit. Ik ruik de geur van mijn eigen angst en voel mijn hart als een idioot tekeergaan.
Je kunt wel verhuizen naar de andere kant van het land en denken dat je een nieuw leven kunt beginnen met je o zo mooie gezinnetje, maar ik zal je altijd weten te vinden.
BITCH.
En misschien ben ik wel dichterbij dan je denkt.
Ik laat mezelf via de muur op de grond zakken en krijg een hevige aanval van hyperventilatie. De brief smijt ik zo ver mogelijk van me af en trek aan mijn coltrui die mijn keel omsluit terwijl ik naar adem hap. Als ik mijn handen voor mijn ogen sla laat ik mijn tranen de vrije loop. Het besef dat ik nog altijd niet veilig ben, is in alle hevigheid terug.