Hoofdstuk 6
‘Mijn mammie is dood! Ga weg, mijn mammie leeft niet meer!’ Dikke tranen wellen op in haar wijd opengesperde ogen.
‘Nee Evie, ik ben niet dood, ik zal het je allemaal uitleggen!’ Mijn hele lijf hunkert naar mijn kind.
‘Niet waar, jij bent mijn mammie niet! Jouw haar is zwart, en je ziet er heel anders uit! Ga weg, ga weg!’
Haar hele lijfje schokt, en ze is intens verdrietig.
‘Ik weet niet waar ik moet beginnen lieverd, maar ik had geen keus. Leah probeerde me te vermoorden, en net op tijd kon ik worden gered. Ik …’
‘Ga wèg! Ga wèg! GA WEG!’ Ze is helemaal overstuur, en krijsend komen de woorden uit haar mond. Ze steekt haar vingers in haar oren, schudt heel hard nee met haar hoofdje en rent hard weg. Radeloos van verdriet blijf ik achter in haar kamer.
‘Evieeeeeeeeeee!’. Ik word wakker van mijn eigen schreeuw en zit direct rechtop in bed. Waar ben ik? O god mijn kind, hoe kom ik ooit weer in contact met haar? Heb ik het voor altijd verpest? Mijn hart bonkt zo hard dat ik het bijna kan horen. Ik laat mijn ogen door de kamer gaan, en langzaam, heel langzaam dringt het tot me door dat ik mijn zoveelste nachtmerrie had. Mijn nachtmerries zijn angstig realistisch, en het lijkt wel alsof het steeds langer duurt voordat ik besef dat het niet echt is. Met een plof laat ik me achterovervallen op mijn kussen. Mijn voorhoofd en mijn borst zijn nat van het zweet. Hoe laat is het eigenlijk? Ik kijk naar rechts. 04.30 uur. Ik ben klaarwakker en stik van de dorst. Opgelucht dat het slechts een nachtmerrie was sluip ik zachtjes naar beneden om wat te drinken te halen. Ik hoor verder niets, dus blijkbaar heb ik mijn moeder en Ally niet wakkergemaakt. Als ik aan de keukentafel plaatsneem is de drang om mijn kind te willen zien niet langer tegen te houden. Ik sla mijn glas water achterover en loop naar mijn slaapkamer. Ik trek iets makkelijks aan, neem mijn telefoon en pet mee en doe de voordeur zo zachtjes mogelijk open en weer dicht.
Als ik de straat inrij parkeer ik mijn auto schuin tegenover mijn huis. Het is inmiddels 05.30 uur. Ik kijk een tijdje naar het huis, en binnen is alles nog donker. Niet zo gek ook op dit tijdstip. Ineens heb ik de behoefte om dichterbij het huis te gaan kijken. Zachtjes sluit ik het portier van mijn auto en kijk of ik iemand zie. Niemand. Ik steek over, en loop dan richting Leahs huis. Alle gordijnen zijn dicht en er staat een bord ‘te koop’ in de tuin. Via de zijkant van haar huis en de poort aan de achterzijde, die niet op slot blijkt te zijn, kom ik in haar tuin. Het is een vreemde gewaarwording om hier nu te zijn. Ik loop langs de haag die doorloopt tot aan de achterkant van de tuin. Voorzichtig kijk ik of ik licht zie branden in ons huis of dat er enige vorm van beweging is, maar ik zie niks. Het is doodstil. Aan het einde van de haag is de begroeiing wat minder vol. Ik waag het erop en wurm me door de haag heen. Ik schrik als ik hoor hoe een aantal takken breken en hou mijn blik op mijn huis gericht, maar gelukkig het blijft stil. Het zweet staat inmiddels op mijn bovenlip, en heel even vraag ik me af of dit wel zo’n slim plan is, maar de stem in mijn hoofd zegt dat ik moet doorzetten.
Ik bevind me nu aan de achterkant van onze tuin waar de begroeiing heel dicht is. Hiervandaan heb ik goed zicht op de woonkamer, de keuken en de slaapkamers boven. En dan ineens besef ik dat Leah zich misschien wel op dezelfde plek heeft bevonden waarmee ze me zoveel angst heeft aangejaagd. Ik denk terug aan het gevoel dat me overviel als ik me realiseerde dat ik niet alleen was. De haren op mijn armen die rechtop gingen staan, de onderhuidse spanning die zich opbouwde in mijn lichaam. Zouden Mark en Evie het ook voelen dat ik hier nu zit? Waar ben je mee bezig Juul? Ben je helemaal gèk geworden of zo? Wat bezielt je om je te verstoppen in je eigen tuin? Maar ik moet mijn kind zien. Gehurkt en goed verscholen tussen de struiken blijf ik wachten. Het duurt zeker een uur, en dan ineens zie ik boven het licht aangaan. Met een ruk gaan de gordijnen open. Ik schrik zo erg dat ik bijna achteroverval, maar gelukkig gebeurt dat niet. Ik zie hoe Mark naar buiten kijkt, en heel even lijkt het alsof hij me recht in mijn gezicht aankijkt. Maar ik maak mezelf gek, want dat is onmogelijk. Niet veel later gaan ook de gordijnen in Evies kamer open. Zo’n vijf minuten later zie ik Mark het licht aandoen in de keuken. Hij pakt zijn mok en tapt een kop verse koffie, zijn vaste ritueel in de ochtend. Maar dan besluit hij de veranda op te stappen. Ik moet nu echt muisstil zijn en er moet niks geks gebeuren, want dan heb ik het voor altijd verpest! Terwijl Mark de frisse ochtendlucht inademt en ondertussen van zijn koffie geniet hoor ik de stem van Evie al op de trap.
‘Is mijn eten voor tussen de middag al klaar pappie?’
‘Nee Evie, dat zal ik zo doen. Ik wil eerst even mijn koffie opdrinken.’
‘Oki.’
Haar favoriete woord. Het raakt me om de stem van mijn kind te horen. Wat zou ik graag haar lunch hebben klaargemaakt, met alle liefde die ik in me heb. Maar ik moet nog even geduld hebben.
En dan ineens, op het moment dat Mark naar binnen loopt en de verandadeur achter zich wil sluiten, hoor ik een appje binnenkomen.
Juul waar ben je? Ik maak me zorgen. Al
Shit, ik had ‘m niet op stil gezet, hoe kan ik nu zo stom zijn! Heeft Mark het gehoord? Iedere spier in mijn lichaam spant zich aan, en ik blijf onbeweeglijk zitten met mijn blik op Mark gericht. Hij blijft roerloos staan, en ik zie hoe hij met zijn ogen de tuin scant. O nee, hij doet de deur weer open. Help! Straks loopt hij de tuin in en word ik ontdekt! Heel even blijft hij staan luisteren, en ik durf zelfs geen adem meer te halen. Op rechts zie ik iets vanuit mijn ooghoeken bewegen. Een grote, zwarte spin met van die harige poten. Blijf alsjeblieft bij me vandaan, ik sta niet voor mezelf in! Ik hou het bijna niet meer van de spanning. De spin komt steeds dichterbij, en de zweetdruppels lopen nu met straaltjes over mijn gezicht. Ik zit letterlijk gevangen in mijn eigen tuin. De poten van de spin bereiken mijn witte sneakers, en ik val bijna flauw van angst. Ik weet dat ze niks doen, maar ze zien er zo afschuwelijk eng uit en ik ben zo bang van ze. God, laat Mark naar binnen gaan, alsjeblieft!
‘Waar is het brood pap?’
Pfew, gered door mijn kind. Hij draait zich om, kijkt nog één keer de tuin in en doet dan eindelijk de deur dicht en op slot.
Nu heb ik de kans om een tak te pakken en de spin van mijn voet weg te vegen. Ik ril over mijn hele lichaam. Bizar dat een mens zo bang kan zijn van een spin. Binnen zie ik hoe Evie een boterham smeert en aan tafel gaat zitten terwijl Mark haar lunch klaarmaakt. Nog geen tien minuten later lopen ze richting de gang en gaat het keukenlicht uit. Pas nu durf ik weer adem te halen en kan ik me iets meer ontspannen. De diepe zucht die volgt komt uit mijn tenen, en ik bedank al mijn engelen dat ik niet ben betrapt.
Even zie ik Evie in de erker van haar slaapkamer gaan zitten. Ze draagt haar favoriete shirtje die we in het voorjaar hebben gekocht. Wat gaat er door haar heen? Waar denkt ze aan? Allemaal vragen die ik haar zo graag zou willen stellen. Een traan rolt over mijn wang. Eén voor één zie ik boven de lichten uitgaan. Ik zie ze nog één keer de keuken in lopen waar Evie de koelkast opendoet en nog iets te drinken pakt, en dan hoor ik niet veel later de motor van Marks auto starten. Als ik hoor hoe het geluid van de auto steeds verder verstomd durf ik pas rechtop te gaan staan.
Mijn hele lijf doet pijn van al die tijd in dezelfde houding zitten. Ik rek me even uit en schud mijn benen los. Ik realiseer me dat ik hier zo snel mogelijk weg moet voordat het te druk wordt op straat. Dit keer loop ik richting de veranda. Ik kijk de keuken in en zie een hoop vuile vaat staan. In het raamkozijn staat een vaas met oude bloemen die er zo te zien al een hele tijd staat. Het ziet er treurig uit. Langzaam loop ik via de zijkant van de veranda richting de voortuin. Daar kijk ik of het veilig is. Als ik mezelf heb overtuigd dat niemand me heeft gezien lukt het me om ongezien terug naar mijn auto te lopen. Als ik de straat uitrij voel ik me opnieuw somber en leeg en laat ik mijn tranen de vrije loop.
Ben je benieuwd hoe het verder gaat? Blijf dan mijn blogs op mijn website lezen en volg me op Instagram, Facebook en/of LinkedIn. Regelmatig zal ik nieuwe updates plaatsen om jullie op de hoogte te houden.
Heb je ‘Volmaakte onschuld’ nog niet gelezen? Plaats je bestelling dan hier. Je krijgt het boek niet alleen in een mooie cadeauverpakking thuisgestuurd, maar ook deze prachtige boekenlegger!